Aan de ene kant beleef ik de Goede Week daadwerkelijk als een goede week, één van de mooiste weken van het (kerkelijk) jaar. Het is het prachtige verhaal van dat we niet bij de pakken neer hoeven te zitten, maar weer op mogen staan. Het verhaal van de veerkracht, van de hoop, van het op mogen staan, steeds weer. Het gaat er niet om hoe vaak je valt, maar dat je wel iedere keer weer overeind komt. Niet schuld en falen hebben het laatste woord, maar vergeving, verzoening en liefde, ook voor onszelf. En in wereldverband is de boodschap dat de schepping niet wordt gedragen in het gebulder van kanonnen in de nacht, maar in de stilte van de ochtendschemering, van het nieuwe licht dat over ons opgaat.
Aan de andere kant beleef ik het ook als een zware week, ook lichamelijk. Op één of andere manier voel je de dynamiek van zo’n week ook in je lichaam. De week concentreert op lijden en dood en het zinloze geweld dat wij elkaar aandoen. Het drukt ons op het falen van de mensheid, waar idealen vervliegen als rook – ook mijn idealen. Dat wordt mooi gevat in het verhaal van Petrus, die zeker weet pal te staan voor zijn idealen, pal te staan voor waar hij in geloofd, ‘Heer, als het nodig is, zal ik met ú sterven’. Hij weet van te voren zeker dat hij zijn idealen nooit zal verloochenen. Tot puntje bij paaltje komt. Eén van de meest bekende scènes uit de bijbel. Tot drie keer toe.
Lees verder “Van de dominee”