Vestine kwam helemaal uit Rwanda naar Heiloo
Dinsdag 9 april waren we bij de ZWO regio-avond van de classis Noord-Holland in Heiloo en hadden daar een ontmoeting met Vestine uit Rwanda.
Maar eerst kregen we een filmpje te zien over Rose Mukankaka. Rose heeft de genocide, nu 25 jaar geleden, van heel dichtbij meegemaakt. De Hutu’s hadden het op de Tutsi’s voorzien en vermoorden hen systematisch dorp na dorp op gruwelijke wijze. Rose verloor haar ouders, broers en zussen. Het filmpje begint in een kerk waar zo’n moordpartij heeft plaatsgevonden. Het is nu een gedenkplaats. Rose wijst op de kleding die over de kerkbanken uitgestald ligt, kleding die de slachtoffers op dat fatale moment droegen.
Lees het aangrijpende verhaal van Rose hieronder.
“Geliefd Kind”: Mwana Ukundwa
Vestine was 5 jaar ten tijde van de genocide. Als zevenjarig meisje werd zij opgevangen door de organisatie Mwana Ukundwa, d.i. ”geliefd kind” , die weeskinderen helpt om een toekomst op te bouwen. Weeskinderen waren er begrijpelijk en helaas maar al te veel. (de gemiddelde leeftijd in Rwanda is ook nu nog zeer laag : 19½ jaar. Dank zij Mwana Ukundwa kreeg Vestine een beurs en andere vormen van ondersteuning om te kunnen studeren aan een hogeschool.
Rwanda, ook wel het land van de 1000 heuvels genoemd, kent een hoge mate van armoede, 60% van de bevolking is arm. Er zijn maar liefst 230.000 weeskinderen, nu vooral omdat hun ouders zijn overleden aan aids. Deze kinderen worden zoveel mogelijk opgevangen in pleeggezinnen. Daar is wel begeleiding bij nodig en meestal ook financiële ondersteuning. Zo krijgen de kinderen van Mwana Ukundwa een schooluniform, dat is verplicht in Rwanda. En een zorgverzekering. Omdat de kinderen op school samen (gezond) eten, moeten zij daarvoor een bijdrage betalen. Als dat niet mogelijk is komt er hulp van Mwana Ukwunda en de organisatie zet zich zelfs in voor verbetering van het salaris van de onderwijsgevenden.
Vestine
Maar Vestine kan zich goed redden, is getrouwd en moeder van twee kinderen. Zij is nu nauw betrokken bij het jeugdwerk van de Presbyteriaanse kerk en promoot in deze periode in Nederland het werk van Mwana Ukundwa en het belang van dat werk voor de opbouw van Rwanda. Want de Rwandezen zijn bewust bezig aan de opbouw van hun land en de verbroedering van de bevolking. Daarbij is er sprake van een intensieve samenwerking van de Prebyteriaanse kerk en de organisatie Mwana Ukundwa. Samen doen op het gebied van jeugdproblematiek, gezondheidszorg, training van zondagsschool leiders, verbetering van de landbouw, onderwijs, hulp en begeleiding van HIV-besmette mensen. De organisatie werkt vanuit drie vestigingen en kan zo 2400 kinderen via hun opvanggezinnen helpen.
Wat ook helpt: Vestine heeft een hele verzameling van in Rwanda gemaakt handwerk meegenomen, mooi! En die vindt gretig aftrek. De ovenhandschoenen zijn eigenlijk veel te mooi om ze te gebruiken. We krijgen ook een boekje mee, “Mensen van hoop; christenen in Rwanda”. Nog niet gelezen, maar als je het doorbladert krijg je al een indruk hoe hard ze met z’n allen bezig zijn hun land weer op te bouwen. Dus… wordt vervolgd.
Een nieuw begin voor weeskinderen in Rwanda
Het verhaal van mama Rose uit Rwanda
“Als ik in deze kerk loop, bedenk ik altijd hoeveel mensen hier zijn vermoord. Mensen die
dachten dat ze veilig zouden zijn. Dat God ze zou beschermen. Dat ze daar weken konden schuilen. Mijn vader was dominee, hij woonde met mijn moeder naast de kerk. Ook zij zijn daar naartoe gevlucht. Maar milities trokken hen naar buiten en hebben hen vermoord. Ook mijn broers en hun vrouwen en kinderen zijn op dat moment vermoord. Ik heb het overleefd. Als ik erover praat voelt het als een eindeloos verdriet.”
De anders zo flonkerende en levenslustige ogen van Rose staan verdrietig als ze vertelt over de verschrikkelijke genocide in Rwanda in 1994.
Bijna 25 jaar geleden werden in acht maanden tijd zo´n miljoen mensen vermoord. Ook Rose vreesde voor haar leven en dat van haar man en tien kinderen. Ze verstopten zich in een huis met alle deuren dicht. “Het was lastig om met tien kinderen te schuilen. Maar omdat ze bang waren, waren ze stil. Ze wisten dat er buiten mensen werden vermoord. Ik bad tot God: help ons! Ik denk dat hij de kinderen de kracht heeft gegeven om stil te zijn.” Ze slikt. “Op een dag kwamen er militairen aan de deur die riepen dat iedereen naar buiten moest komen om zijn id-kaart te laten zien. Op die van ons stond dat we Tutsi´s waren. Ik vroeg: “Waar brengen jullie ons heen?” Ze zeiden: “Waar jullie horen: in je graf.” Mijn man zei: “Ik ben dominee, mogen we eerst nog bidden? Dan gaan we daarna met jullie mee.”
Toen zei een van hen: “Ga naar binnen en sluit je deuren.” Ze vertrokken. Het was een wonder.
Na de genocide
Toen de genocide voorbij was, had Rose één vraag: als ik het al zo zwaar heb, hoe is het dan met al die kinderen die allebei hun ouders hebben verloren? “Toen wist ik hoe ik God moest dienen: door er voor hen te zijn en hun moeder te zijn”, zegt ze. Rose ging niet zitten twijfelen en nadenken. Ze ging doen. Ze begon met het helpen van kinderen die alles waren kwijtgeraakt. Ze waren weliswaar in andere gezinnen opgenomen, maar daar was eigenlijk geen geld om nog meer monden te voeden en nog meer schoolgeld te betalen.
Mama Rose begon de organisatie Mwana Ukundwa: geen weeshuis maar een plek die ondersteuning bood aan al die liefdevolle mensen die weeskinderen in hun eigen gezin hadden opgenomen. De genocide is inmiddels bijna 25 jaar geleden. Dat betekent niet dat ze vergeten is of dat de pijn verdwenen is. Het betekent wel dat er geen genocide-weeskinderen meer zijn. Maar na de genocide kwam een andere meedogenloze killer: aids. Met als gevolg weer heel veel wezen. Mama Rose is gewoon doorgegaan met haar organisatie en helpt met Mwana Ukundwa nu gezinnen die aidswezen opvangen. Ze heeft inmiddels duizenden kinderen geholpen en hen gegeven wat voor ons zo vanzelfsprekend is: een veilig thuis, onderwijs, een toekomst. Rose doet het gewoon. Dag in, dag uit. Gedreven door haar geloof. Tegen alle verdrukking in. (bron: Kerk in Actie)
Moldavië – praktisch – dankbaar
We hebben nog net op tijd de inhoud van de spaarbus kunnen tellen: € 188,15
Tijdens de sobere maaltijd op 5 april mochten we ook € 188,00 ophalen. De helft hiervan had als bestemming het project van onze katholieke broeders en zusters, Floris in Indonesië, voor zuiver drinkwater. De andere helft was bestemd voor Moldavië, € 94,00 dus. En via de bank zijn ook nog enkele bedragen met bestemming voor dit project binnengekomen. Dat betekent dat wij maar liefst bijna € 375 extra hebben voor ons project Bethania in Moldavië. Wij zijn dankbaar dat we de mensen daar, jongeren en ouderen, vrijwilligers, ermee blij kunnen maken en bedanken u zeer voor al uw bijdragen hiervoor.
Namens de ZWO, Eel