Berichten van de ZWO – mei 2020

Het is nog midden april wanneer ik dit schrijf. In Rwanda ligt het openbare leven helemaal stil. Maar niet vanwege Corona. Maar vanwege iets dat nog vele malen gevaarlijker is. Bendes Hutu ́s gewapend met messen en geweren trokken honderd dagen lang door het land om dorp na dorp zoveel mogelijk Tutsi ́s te vermoorden. Het werden er tussen een half en één miljoen. De grote genocide. Het zal velen van ons nog heugen. Nu 26 jaar geleden. Direct nadat de genocide uitgeraasd was heeft de regering allereerst gezegd : dit mag nóóit weer gebeuren, het mag ook nóóit vergeten worden. Daarom staat de hele maand april in het teken van herdenken. En een week lang ligt het hele openbare leven plat, om maar zoveel mogelijk inwoners bij het herdenken te betrekken. Elke dag herdenkingsbijeenkomsten en films. Iedere burger moet zich richten op deze herdenking en er van overtuigd raken : dit nooit weer, Rwandezen vormen één volk.

Claire heeft het overleefd…
13 jaar was zij, toen de genocide raasde. Met een grote groep mensen had zij zich verstopt in een suikerrietveld. Maar ze werden ontdekt en de machetes deden hun werk. Ook Claire werd flink geraakt en raakte bewusteloos. Pas na twee dagen kwam ze bij, maar kon zich niet bewegen, de lijken lagen bovenop haar. Gelukkig kwam er hulp en werd Claire onder de dode lichamen vandaan getrokken. Ze bleek verlamd. De man die haar gered had nam haar over zijn schouder mee naar een ander veld met overlevenden, ze moesten daar nog een maand lang schuilen. Daarna bleek dat er van de familie van Claire niemand de genocide had overleefd. Haar ouders, broers en zussen en ook alle ooms en tantes waren vermoord. Behalve haar oudste zus, die woonde in de hoofdstad Kigali. Die nam haar op in haar huis.

Zwaar getraumatiseerd
Maar haar zus bleek ook niet gespaard door de Hutu ́s. Ze was verkracht en daarbij bewust besmet met het Hiv-virus. Vier jaar na de genocide overleed zij aan aids, en bleef Claire alleen achter met twee neefjes. Behalve voor zichzelf moest zij nu ook voor deze jongetjes zorgen. Maar dat was eigenlijk niet het grootste probleem, vertelt zij later. Het is natuurlijk overduidelijk dat Claire heel erg getraumatiseerd was en er was niemand om daar over te praten. Niemand? Toch wel, gelukkig.

Een luisterend oor
Na korte tijd komt Claire in aanraking met de organisatie Mwana Ukundwa, opgezet door Rose Mukankaka. Deze moedige vrouw was getrouwd en had tien kinderen toen de genocide rondging. Als door een wonder overleefden zij allemaal. Maar ook zij wist wat trauma ́s zijn, want verder was ook zij haar hele familie kwijtgeraakt. Maar tijd om daarover te tobben kreeg ze niet, want om zich heen zag zij de vele kinderen die zonder hun ouders moesten zien te overleven. Er waren na de slachting wel 300 duizend weeskinderen. ́ ́ Hoe moet het voor die kinderen wel niet zijn, nu zij geen ouders meer hebben, besefte Rose. ́ ́ Vanaf toen wilde Rose die weeskinderen helpen en richtte de organisatie Mwana Ukundwa op, Geliefd Kind. Ofwel : het eerste wat deze kinderen nodig hebben is Liefde. Dat gold ook voor Claire. Bij Rose vond Claire een luisterend oor, kon zij vertellen over haar verdriet en gemis. Helend was dat. Geen wonder dat deze vrouw in heel Rwanda bekend staat als Mama Rose. Door haar en door Mwana Ukundwa kon Claire langzaam een nieuw bestaan opbouwen. Een huis, te eten, een vaktraining met uitzicht op een eigen inkomen. Ze werkt inmiddels als receptioniste bij Mwana Ukundwa. Helend, niet alleen voor Claire maar voor al die weeskinderen. Helend voor heel Rwanda.

Hoe overwin je een virus…
Nu, na zoveel jaren, raast er een andere dreiging door heel Afrika. Ja, ook corona, maar daarvoor al het HIV-virus. Met als gevolg weer veel wezen. Dat is nu de nieuwe groep waarop Mama Rose en Mwana Ukundwa zich richten. Om ook voor hen en samen met hen een toekomst op te bouwen. Er is nog veel over te schrijven, hoe er in Rwanda in jongeren geïnvesteerd wordt. Daarover een volgend keer. Uw bijdragen zijn onder meer bedoeld tot ondersteuning van dit helende werk.

Moldavië en de 40-dagentijd
Heeft u het nog staan, dat spaardoosje voor het project Bethania, zorg voor ouderen en jongeren in Moldavië? We zijn ver over tijd met de 40-dagentijd. We zitten al op ruim 60 als ik dit schrijf en dik 70 als u dit leest. Het zouden ook zomaar 100 dagen kunnen worden. Wat zal dat doosje vol raken. Hoop ik. Wanneer we u daarvan kunnen verlossen? Daar kan ik helaas nog geen zekerheid over geven, behalve deze: de eerste de beste kerkdienst in Stompetoren of Schermerhorn van onze gemeente zal de spaarbus bij de uitgang hangen en voor de zekerheid, als die ook te vol raakt, nog eentje extra. We hopen elkaar weer te zien en niet alleen vanwege die muntjes natuurlijk. Eén ding is zeker: we hebben elkaar nodig, we moeten het samen doen. Dus heel graag tot ziens in mei, juni?

Namens de ZWO, Eel

CategorieënZWO