Spiritualiteit is mooi, en goed, en vooral ook modern. Het woord ‘doet’ iets met mensen. En dat intrigeert mij: Ik lees de ‘Happinez’, weet uit ervaring iets van Zen-meditatie en ik oefen met Tai Chi. Spiritualiteit is een verzamelnaam geworden voor veel verschillende vormen en tradities, leer ik uit al die verschillende bronnen. En zolang het woord niet in verband wordt gebracht met de christelijke traditie is het iets waar mensen met enige trots en zelfbewustheid over spreken: ‘ik mediteer’, of ‘ik doe aan yoga’, etc. etc. Want spiritualiteit is iets waar je aan ‘doet’, en iets wat hoort bij een modern en evenwichtig leven. En daar ben ik het ook zeer mee eens.
Opvallend in al die verschillende vormen van spiritualiteit is de overal terugkerende aandacht voor rust en stilte, al dan niet gepaard gaand met meditatieve muziek. ‘Eerst maar eens stil worden en rustig ademhalen.’ ‘Laat je zorgen en gedachten los’. ‘Maak je hoofd leeg’. De stilte en de rust zijn nodig om ruimte te maken, om tot jezelf te komen. En dat doe je door op te houden met hollen, en stil te worden. Die geestelijke ruimte is nodig om gezond te zijn. En die ruimte vraagt in alle uiteenlopende tradities om rust, en om stilte, en om bewuste aandacht.
Het woord ‘spiritualiteit’ is in het Westen ontstaan in de
christelijke traditie. Het is een vertaling van het griekse woord
‘pneumatikos’, en dat betekent ‘van de Geest vervuld’, de geest van God, de
geest van Jezus. Pas rond 1900 komt uit het frans het woord ‘spiritualité’ in
gebruik als benaming van de ‘Leer van het geestelijk leven’. Het woord
‘pneuma’, of ‘spiritus’, of in het hebreeuws ‘ruach’, betekent ook adem,
levensadem. De geest is als een ‘wind’ die je levensadem geeft, en nieuw leven
inblaast. ‘Eerst maar eens stil worden, en rustig ademhalen.’ Het is goed
gebruik in de kerk om onze diensten te beginnen met de woorden laten wij gaan
staan en stil worden voor God’. Want dat is waarvoor wij zijn gekomen. Om stil
te worden, en ruimte te maken voor onze spiritualiteit, voor ons geestelijk
leven.
Pinksteren wordt wel het ‘lastigste’ christelijke feest genoemd. Niet uit te leggen aan niet-christenen, is het idee. Misschien moeten we vaker zeggen: wij vieren onze spiritualiteit met Pinksteren. Op die dag ‘doen’ wij in het bijzonder aan onze spiritualiteit. Samen zoeken wij de stilte, en de ruimte, om de Geest te laten waaien, en te vieren. Is het u wel eens opgevallen dat veel van de moderne vormen van spiritualiteit ook in groepsverband beoefend worden? In het yogaklasje, of een meditatie-sessies met een groepje?
‘Spiritueel zijn’, of ‘spiritueel leven’ gaat niet vanzelf. Dat leren we in de christelijke kerken weer opnieuw van de moderne spirituelen. Spiritualiteit is iets waar je ‘aan doet’, waar je tijd voor maakt. Waar je in moet worden ingewijd en misschien ook iets voor moet leren (zoals vreemde woorden en houdingen). Een moderne niet-christelijke goeroe adviseert mensen om met kinderen vanaf een jaar of 4 iedere dag stilte te ‘oefenen’. Eerst maar eens een minuut per dag, en dan ieder levensjaar een minuut erbij. Zodat zij naast alles wat kinderen moeten leren, ook leren ruimte en tijd te maken voor een vorm van spiritualiteit.
Met basiscatechisanten van 11-12 jaar probeerde ik een paar jaar geleden een minuut stil te zijn. Ogen dicht, en alleen maar rustig ademhalen. Het lukte ons niet. Alhoewel…. jaren later vertelde een inmiddels jongvolwassen meisje uit die groep mij dat ze, als het spannend werd in haar studie bijvoorbeeld, bij een tentamen, ze altijd weer even terugdacht aan die oefening, en voor zichzelf stil werd, om rustig adem te halen. Het hielp haar iedere keer weer, zei ze glimlachend.
In de christelijke traditie hebben wij veel in huis om thuis, en in de gemeenschap op zondagmorgen, aan spiritualiteit ‘te doen’, en stilte en aandacht te oefenen: door het lezen of luisteren naar een Bijbelverhaal, door eenvoudige vormen van gebed en stilte, door de ‘mantra’s’ van herhaalde en vertrouwde liturgische teksten, door meditatieve muziek (het kerklied is niet voor niets anders van sfeer dan het lied van de straat).
Alle spiritualiteit vraagt, in alle uiteenlopende tradities, om vaste vormen, als de bedding van een rivier die het mogelijk maakt dat het water daarbinnen stromen kan. Dat heb ik óók weer opnieuw geleerd van alle ‘moderne’ vormen van spiritualiteit. Of het nou gaat om belletjes die klinken, om het gebruiken van zitkussens of meditatiebankjes, of om het leren van vreemde woorden voor vaste houdingen of bewegingen. Zonder bedding zal het niet gaan. Zonder vormen en structuur zal het niet gaan. Voor ons in de christelijke traditie is die bedding op zondag de vaste structuur van de liturgie. Zodat in die bedding geloof kan stromen, en de wind van de geest kan waaien.
Ik wens u een gezegend, en zeer spiritueel Pinksteren toe.
Ds. Corrie van Duinen