Voorzichtig laten we de zomer achter ons, hoewel het weer ook plotseling om kan slaan natuurlijk. En wie weet, is er dan die langverwachte regen. Op de kalender begint gewoon op een dag de herfst vanwege de stand van de aarde t.o.v. de zon. Zo ook telt het kerkelijk jaar verder met zondagen door het jaar, tot we aangeland zijn bij de laatste zondag van het kerkelijk jaar, waarop we dit jaar nog de gedachtenis van onze overledenen zullen vieren. Volgend jaar gaan we naar de eerste zondag van november, om beter aan te sluiten bij andere kerken en de samenleving als geheel. De zomer is een tijd waarin het meestal wat rustiger is met kerkenwerk. Niet of veel minder vergaderen en meer tijd – in elk geval wat de dominee betreft – voor studie. Verder heb ik een ronde langs de andere ambtsdragers van onze gemeente gemaakt. Het is goed om gewoon eens even de tijd te nemen om te vragen hoe het gaat met de mensen die een ambt bekleden. Natuurlijk ben ik de notulist niet vergeten. Omgekeerd wordt er ook met de predikant een jaargesprek gehouden om aan hem te vragen hoe de vlag er bij hangt.
Bij de diensten
Ik pak in september de draad van het werk in de gemeente weer op met de voorbereiding van de Floordienst, 11 september. In deze vorm zou dat wel eens de laatste keer kunnen zijn, omdat het kerkgebouw van onze katholieke broeders en zusters in Schermerhorn naar verwachting volgend jaar niet meer beschikbaar zal zijn. We leven mee met onze medegelovigen, want het moeten verlaten van een kerkgebouw is geen kleinigheid. De dienst zal zich vormen rondom het verhaal van de verloren zoon uit Lukas: er is altijd iemand die op je wacht, wat er ook gebeurd is. Dat het zo mag zijn! Trouwens, zeg ik er voor de zekerheid maar bij: ‘zoon’ bedoelt alleen de relatie onder woorden te brengen, niet het geslacht. Her en der kom ik in liederen wel tegen dat de benaming ‘zoon’ daarom vervangen wordt door de benaming ‘kind’. Heel goed natuurlijk, maar in dit verhaal gaat dat niet. In de gewone diensten gaan we ook verder met lezingen uit Lukas. Ik hou me eigenlijk altijd aan de lezingen zoals die worden voorgeschreven in De Eerste Dag. Gastvoorgangers wordt wel gevraagd zich hierbij aan te sluiten, maar die zijn dat natuurlijk niet verplicht. Op 4 september staat Lukas 14: 25 vv op het programma. Een lezing die het heeft over de hoge prijs die het volgen van Jezus kan hebben. Ik denk dan altijd meteen aan de vervolgingen waar eerste christenen aan bloot konden komen te staan. Naast vervolgingen, waren er ook – soms lange – periodes dat er relatieve vrijheid van godsdienst was. Dat hing er wel van af waar je precies woonde in dat grote Romeinse Rijk en ook van welke keizer er op dat moment aan de macht was. Zoals we weten zijn er nog steeds veel plekken op de wereld waar vrijheid van godsdienst geen vanzelfsprekende verworvenheid is. De 18e september hebben we een grappige lezing over een rentmeester die creatief gaat boekhouden ten dienste van de mensen die bij zijn heer in de schuld staan. De rentmeester wordt er om geprezen door zijn heer. “De kinderen van deze wereld gaan immers slimmer met elkaar om dan de kinderen van het licht” schrijft Lukas dan. Die kunnen we in onze zak steken! Lukas wordt ook wel de evangelist van de armen genoemd, want de rentmeester rommelt met de boekhouding zodat de mensen met schulden er voordeel van hebben. En Lukas doet die naam eer aan, door als enige de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus op te nemen, 17: 19 vv (voor 25 september). Tevens de enige gelijkenis waarin één hoofdrolspeler, namelijk de arme, een naam krijgt. In andere gelijkenissen is het altijd ‘een man’, ‘een vrouw’ en nog vaker ‘een zekere persoon’. Maar hier een naam. Het kan haast niet anders dat Lukas dat doet omdat het een arme is. Een arme man die gezien èn gekend wordt! De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Dat was toen revolutionair! Pagina 5
DE AANWIJZER September / oktober 2022 Oktober opent op de eerste zondag met de gelijkenis van het mosterdzaadje. Een troostrijke gedachte dat we meer geloof niet nodig hebben. Het staat in een hoofdstuk met daarin een samenraapsel van korte wijsheden. Zo ook de wijze raad om eerst met de betrokkene te praten als er iets is misgegaan, in plaats van meteen hoog van de toren te blazen. Voor 9 oktober staat een genezingsverhaal op de rol. Tien melaatsen worden genezen, slechts één keert terug om te bedanken. ‘Het was een Samaritaan’ staat er dan droogjes bij. Velen dachten dat dat volk was wat niet deugde; Lukas probeert ons op andere gedachten te brengen. Hij doet dat met dit verhaal en met dat andere, heel beroemde verhaal van hem, van de barmhartige Samaritaan. Lukas 18 schrijft over een rechter die ten langen leste een weduwe dan maar haar recht verschaft omdat ze zo aan zijn hoofd blijft zeuren. Zo zal God toch zeker ook recht verschaffen aan de mensen die hem daarom met veel klem verzoeken. Dat kunnen we dan lezen op 16 oktober, waarna we doorgaan naar 23 oktober, waar we meegenomen worden naar een gelijkenis die zich afspeelt in de tempel, waar een Farizeeër luid staat te bidden dat hij gelukkig niet is als de anderen – dan weet je wel hoe hij over anderen denkt die niet zo goed zijn als hij. Jezus voert dan vervolgens een tollenaar op in zijn gelijkenis. Die bidt ook, maar die doet dat door zich op de borst te slaan onder het uitroepen dat hij een zondaar is. Dat is pas een rechtvaardig iemand, zegt Jezus over deze tollenaar. Aan ons de opgave om niet te gaan denken dat wij gelukkig niet zo zijn als die Farizeeër. Een tamelijk onmogelijke opgave, zo komt het mij voor. Door de kiertjes van ons denken sijpelt zo’n gedachte toch altijd wel een beetje door. En misschien wil de gelijkenis toch iets anders duidelijk maken. We vieren 23 oktober trouwens Avondmaal en na de dienst volgt nog een gemeentevergadering. Oktober wordt afgesloten met Zacheüs. Ook al zo’n komisch verhaal. Hij is klein van stuk en klimt dus maar in een boom om Jezus te kunnen zien. En meteen ziet Jezus hem – voor Zacheüs volkomen onverwacht. ’t Staat niet te boek als gelijkenis, maar het is natuurlijk ook een gelijkenis-verhaal. Maandag 31 oktober hebben we dan trouwens nog een bijzondere dag: Hervormingsdag. In 1517 maakte Maarten Luther op die dag in 95 stellingen zijn bezwaren tegen de Rooms- Katholieke kerk bekend. In zijn ogen was de kerk kwijt dat het in het werk en leven van Jezus gaat om het redden van zondaars. Hij wilde de dialoog aangaan met zijn kerk, maar het liep uiteindelijk uit op een grote scheuring. Apart gevierd wordt Hervormingsdag in onze kerken niet, tenminste niet dat ik weet. Soms wordt de zondag voorafgaand aan 31 oktober het bekende Lutherlied gezongen: Een vaste burcht is onze God (lied 898).