Nogmaals: over de liefde
Het is mooi om over de liefde te preken. De beroemde tekst uit 1 Korinthe 13 stond onlangs op het oecumenisch leesrooster. Zoals ik uitlegde schrijft Paulus deze woorden aan de gemeente omdat er van alles aan de hand is: ruzie, meningsverschillen…. De liefde is in de gemeente op dat moment ver te zoeken. En juist dan moet je die woorden meer dan anders horen. Hoe ga je in de gemeenschap liefdevol met elkaar om, als je het niet eens bent, en er spanningen ontstaan. Want als alles koek en ei is, dan is er geen kunst aan.
Er waren na afloop van de dienst nogal wat reacties. Als ik die reacties moet samenvatten kwam het erop neer: ‘mooi, maar toch ook moeilijk’. Voor de een waren de woorden een bemoediging en hart onder de riem. Voor een ander was het mooi om te constateren dat we in de gemeente maar al te goed weten hoe lastig het zijn kan om elkaar vast te houden als het moeilijk wordt. En hoe blij we zijn dat we het goed hebben met elkaar. En voor nog weer een ander waren de woorden over de liefde vooral een confrontatie met wat niet goed is in de persoonlijke relatie met anderen. En wat moet je dan met deze woorden.
De woorden over de liefde zijn confronterend, voor iedere mens, denk ik. Want wie is er nou altijd geduldig, of vol goedheid, laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan. En wie weet niet uit eigen ervaring hoe het mis kan gaan tussen mensen, en de liefde ver te zoeken is en kwijtraakt. Hoe graag je het ook anders zou willen. Gebroken relaties zijn een forse kras op de ziel, of een gat in het hart, en vaak een groot verdriet om met je mee te moeten dragen. In het licht van wat gebroken is kunnen de woorden over de liefde een stootblok zijn, zeker als je het gevoel hebt dat je machteloos staat, en wat gebroken is geraakt niet meer te helen lijkt. Want hoe graag zou je niet van louter liefde willen leven, in harmonie met alle mensen om je heen.
In de preek over 1 Korinthe 13 noemde ik het boekje “Een Jihad van de Liefde” waarin Mohamed El Bachiri vertelt hoe hij leeft met zijn gebroken hart. Zijn vrouw, en de moeder van hun drie jonge kinderen, kwam om bij de aanslagen in Brussel. Veel moeilijker wordt het niet denk ik. In al die gebrokenheid zoekt hij de liefde, in geduld, in aanvaarding. Hij laat zich niet boos maken, en gaat zijn kinderen voor op een andere weg: niet die van boosheid, haat of wraak, maar op de weg van de liefde waar hij naar op zoek blijft. En hij wortelt zijn houding in zijn geloof. Voor hem is zijn God een God van liefde. Ook dat is Islam.
Soms heeft de liefde waar de Korinthe brief over spreekt ook wel wat tijd nodig, denk ik. Wie verdrietig is, slecht behandeld, afgedankt, beschuldigd, uitgescholden, afgewezen – en vul maar aan uit eigen ervaring – heeft zijn of haar handen vol aan dat grote verdriet. Aan een gebroken hart. En dan moet je ook niet al te snel aankomen met die woorden uit de brief aan de Korintiërs. Dan past vooraleerst compassie, en ontferming. Dan bestaat het geduld van de liefde vooral uit het eenvoudige gebed: Heer ontferm u, want ik weet niet hoe dit verder moet. Of zoals ik een gemeentelid uit Den Haag dan hoorde zeggen: ‘dan gooi ik het naar boven, en bid ik: “lieve Heer, dit is voor u, want ik weet niet hoe dit moet.”’ En dan bestaat de liefde in de gemeente vooral daarin dat we het verdriet horen, en niet wegpraten, en niet te snel roepen ‘ja maar…..’ Hoe vroom wat dan volgt ook klinken moge. Grote woorden zijn dan vaak niet helpend, en niet troostend. Dan past ons geduld en ontferming.
De woorden over de liefde zijn confronterend. Dat is zeker waar. Zij raken aan verdriet. Zij raken ook aan ons eigen tekortschieten. Ook dat is ons leven. Voor mij blijft in al het nadenken over deze tekst vooral dat woordje ‘geduld’ hangen. Dat is voor mij persoonlijk iets met moeite geleerd heb, en dat ik moet blijven horen. Neem de tijd, en laat de ander de tijd. Soms is liefhebben ook die ander zijn of haar weg laten gaan. Ook als ons dat verdriet doet. En dan dragen we elkaar in de gemeente, in ons verdriet. Ook dat is liefde in de praktijk van het leven. ‘Had ik jullie niet bij me, dan ging ik er aan onderdoor’, dicht Karel Eykman over deze tekst (liedboek p. 1302).
“’t Is liefde die ziet hoe opnieuw te beginnen, die ieder verdriet, ook de dood kan overwinnen.’ Het zijn woorden van geloof, grote woorden, waar mensen zich al eeuwen aan vast houden als het leven moeilijk is. Zodat wij die hoop, dat geloof, en die liefde niet laten varen, maar ernaar op zoek blijven. Juist als de liefde ver te zoeken is. Ook als we niet goed weten hoe het verder moet. Daarom schrijft Paulus ze op en stuurt ze naar een gemeente waar ruzie is. Misschien dat ieder in Korinthe er ook zijn of haar eigen woord uit heeft onthouden, als hart onder de riem, of bemoediging, of als belofte: ‘Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.’ (vers 12b-13)
Palmzondag en de kinderen
Met een groep ouders en betrokkenen van katholieke en protestantse huize bereiden we de oecumenische viering op Palmzondag voor. Voor kinderen die mee willen doen is er twee keer op woensdagmiddag om haf twee (3 en 10 april) het oefenen van liedjes, het oefenen van teksten, en natuurlijk het maken van een Palmpasenstok. Geef je kind op, via de basisschool in Schermerhorn, of bij Marleen.
PASEN – ‘Alles wordt anders’
De diensten vanaf Witte Donderdag hebben we dit thema meegegeven: ‘alles wordt anders’. Van dag tot dag volgen wij het verhaal van Jezus, die Pesach viert met zijn vrienden, wordt gevangen genomen, gekruisigd, én leeft. Iedere dag heeft zijn eigen perspectief, en steeds verandert onze blik. We zoeken iedere avond naar onze eigen plaats in het verhaal. Want wij zitten op Witte Donderdag mee aan tafel, en brengen onszelf bij Jezus. Wij zijn de getuigen op de Goede Vrijdag en staan bij het kruis met Johannes en Maria, en wij vieren opstanding bij het lege graf, gedenken onze doop, en vieren dat wij met Jezus zijn opgestaan. Wij zoeken Paasmorgen naar opstandingsgeloof en wat dat voor ons betekent. Welk woord uit het verhaal neem je mee voor jezelf, raakt aan jouw leven, en doet je ‘anders’ kijken? Op paasmorgen zingt de cantorij, en we geven deze dienst de woorden mee ‘Opstaan en verder gaan’. Er zijn inmiddels ook nieuwe paaskaarsen gekocht in de winkel van de abdij van Egmond. De afbeelding van het hugenotenkruis op de kaars gaat het komende jaar met ons mee.
Met dank aan de leden van de Commissie Eredienst die hard meewerken om de diensten van de Stille Week zorgvuldig vorm te geven. Weet u welkom om erbij te zijn!
Begin april ga ik naar de landelijke ‘pastorale dag’. Het thema dit jaar is ‘eenzaamheid’. Ik hoor dat woord ook in deze gemeente regelmatig. Met een huisbezoek af en toe los je eenzaamheid van mensen niet op. Op studiedagen als deze pastorale dag doe je in de regel veel praktische ideeën op. Het kan goed zijn dat u daar nog meer van gaat horen. Als we iets kunnen bijdragen aan het verminderen van eenzaamheid – vaak vooral ervaren door ouderen – dan is dat de moeite waard.