Sint Salarisdag
Iedere ochtend zet ik ruim zestig jaar geleden mijn fiets in het oude kolenhok naast het schoolgebouw Wilhelmina in Alkmaar waar ik mijn eerste baan ben begonnen.
Ik geniet zes dagen in de week van de vrolijke kindergezichtjes in de schoolbankjes voor me.
Op de laatste dag van de maand roept de directeur mij bij zich. Uit de la van zijn bureau diept hij een klein lichtbruin envelopje op. Erin wat biljetten en muntjes. Het is mijn salaris.
Onderweg naar huis stop ik bij de viswinkel, koop een paar bokkums en fiets naar huis.
Die avond, als de jongere broertjes en het zusje naar bed zijn, zit ik samen met mijn vader en moeder aan tafel te smullen van de vis. Het is een feest en we genieten van deze Sint Salarisdag. Ik geef mijn moeder kostgeld, verdeel de rest over de kapper en rijles.
Elke maand breng ik het gespaarde geld naar de kassier van de bank om op mijn spaarbankboekje bij te schrijven.
Een bankrekening
Bijna tien jaar later, een eigen gezin met twee kinderen verder, werk ik als invaller in een naburig dorp. Ook weer met heel veel plezier. Aan het eind van de maand moet ik naar het gemeentehuis van Ursem om mijn loonzakje op te halen. Daarmee kan ik nu misschien de aan te leggen gasleiding bekostigen. Op een goede dag sta ik weer verwachtingsvol op de stoep van dat gemeentehuis en krijg ik horen dat ze het geld naar mijn dichtstbijzijnde bank hebben gestuurd. Daar kan ik het ophalen. Dus in plaats van geld naar de bank te brengen om op te sparen, moet het daar nu vandaan halen. Het lijkt me de omgekeerde wereld.
De behulpzame bankbediende in Stompetoren overhandigt mij het loonzakje, maar zegt erbij dat ik nu een bankrekening moet openen, waarop voortaan het geld gestort zal worden.
Hij legt uit hoe ik ermee kan betalen en geld afhalen en ook op de spaarrekening kan zetten.
En o ja, ik moet me ook nog kunnen legitimeren. Maar ik heb niets bij me. ‘Nou vooruit, je trouwdatum is ook goed’.
Jaren lang gaat het goed tot mijn schoonzoon me helpt met internetbankieren op de computer. Nu hoef ik zelfs de deur niet meer uit om mijn bankzaken te regelen en de vaste vrijwillige bijdrage voor de kerk wordt automatisch overgemaakt. Ik heb er geen omkijken meer naar.
Smartphone
Via mijn telefoon krijg ik nu af en toe een tikkie, zodat ik niet meer contant hoef te betalen. Ik hoef zelfs geen geld meer bij me te hebben als op stap ga. Eén druk op de knop en mijn schuld is betaald. En andersom werkt het ook en stuur ik zelf een tikkie.
In de kerk kan ik nog altijd betalen met gespaarde muntjes of bankbiljetten of zelfs collectebonnen. Maar de nieuwste ontwikkeling is de kerkapp Appostel. Niet alleen om geld over te maken, maar ook om de laatste nieuwtjes te kunnen lezen of door te geven.
Daar heb je dan wel een telefoon voor nodig die dat kan.
Op mijn nieuwe smartphone probeer ik de Appostel app te activeren. Het briefje waarop het stond ben ik kwijt. Ik zoek in de Aanwijzer, maar daar staat niets over de kerkapp.
Misschien op de website? Ik kan het niet vinden. Hoe heet onze gemeente eigenlijk. Ik probeer pkn-schermer, maar daar reageert hij niet op. Tot mijn ergernis heb ik toch weer hulp nodig. Heel behulpzaam en geduldig laat hij mij ‘Schermer’ intikken en dat blijkt genoeg te zijn. Ik volg weer vrolijk de laatste nieuwtjes en kan er zelfs de collecte mee betalen, ook al was ik op eerste kerstdag te laat om de kerstavondcollecte te betalen. Maar via de Aanwijzer vond ik daarvoor de juiste gegevens. Leve de Appostelapp.
Adri V-K